Angst- en piekerstoornis/ Gegeneraliseerde angststoornis

Het een leidt tot het ander

De stress, spanningen en angsten die het voortdurende zorgen maken geven, kunnen leiden tot verschijnselen, zoals: piekeren, rusteloosheid, prikkelbaarheid, slechte concentratie, gespannenheid, moeheid, spierklachten of slaapproblemen.

Als de angst overheerst, kun je last krijgen van:

Hartkloppingen, zweten, koude rillingen, duizeligheid, beven;
Benauwdheid, een vervelend gevoel in de borst;
Tintelingen of een doof gevoel in handen en/of voeten;
Droge mond, misselijkheid, maagpijn, braken of diarree;
Hoofdpijn, rood worden of zelfs flauwvallen;
Verwarring: je weet niet meer goed wie je bent of waar je bent;
Het gevoel dat je de controle over jezelf verliest, dat je gek wordt of doodgaat;

Vermijden van en vluchten voor spanningen

Wie een angst- of piekerstoornis heeft, kan slecht tegen spanning en onzekerheid en vertoont daardoor vermijdend gedrag. Bijvoorbeeld: je gaat nieuwe en onzekere situaties uit de weg en vermijdt confrontaties. Spanningen in relaties worden niet besproken. Je houdt je vakantie het liefst elk jaar op dezelfde plek en dicht bij huis. Zijn er geldproblemen, dan blijven enveloppen en e-mails hierover ongeopend. Je kunt zo erg tegen problemen opzien dat je het liefst hebt dat anderen ze voor je oplossen. Naast vermijdend gedrag kan er ook vluchtgedrag optreden, bijvoorbeeld door in bed te blijven liggen. Of door zorgen en angst te verdringen door veel te eten. Of door te vluchten in het gebruik van alcohol, drugs of kalmerende middelen.

Hoe ontstaat een angst- en piekerstoornis?

Een angst- en piekerstoornis ontstaat meestal geleidelijk en vaak ook onbewust. Je merkt bijvoorbeeld dat je steeds liever alleen bent. Of dat je nieuwe situaties uit de weg gaat. Je schrikt snel en bent vaak bang. De angsten die hierachter schuilgaan, kunnen overgaan in een angst- en piekerstoornis. Het waarom hiervan is niet altijd precies te verklaren, maar er is wel een aantal oorzaken en omstandigheden aan te wijzen die angststoornissen veroorzaakt of vergroot

, zoals:

Erfelijke aanleg. Angststoornissen komen soms in de familie voor.
Opvoeding. De gezinssituatie waarin iemand opgroeit, kan bijdragen aan het ontstaan van een angststoornis.
Omgangsproblemen. Mensen die het moeilijk vinden om met anderen mensen om te gaan, of die gepest worden of eenzaam zijn, hebben grotere kans op een angststoornis.
Traumatische ervaring. Een ernstige, ingrijpende gebeurtenis of ziekte waarvan iemand heel bang geworden is, kan leiden tot een angststoornis.
Drugs- of geneesmiddelengebruik. Sommige drugs of geneesmiddelen kunnen ook angststoornissen bevorderen of veroorzaken.

Wat kun je er zelf aan doen?

Je kunt nu meteen al een aantal dingen zelf doen om met je angsten te leren omgaan en je beter te voelen. Denk hierbij aan:

Bewegen. Ga elke dat minstens een halfuur bewegen (wandelen, fietsen, zwemmen of tuinieren).
Voldoende slaap en regelmatig leven. Probeer elke dag op dezelfde tijd op te staan en naar bed te gaan.
Regelmatig en gezond eten. Eet driemaal daags op vaste tijden. Eet gezond.
Blijf werken (als het kan). Werken en actief blijven in hobby of sport geeft afleiding en structuur.
Geen alcohol (of drugs) gebruiken.
Geen of weinig koffie drinken. Ook geen cafeïne-houdende (energie)drankjes.
Ontspannen. Probeer zo veel mogelijk te ontspannen, bijvoorbeeld door te gaan wandelen. Of door op yoga te gaan of te leren mediteren. Blijf rustig ademhalen.
Blijf in contact. Bel met mensen met wie je een goed contact hebt. Leg aan mensen die je kunt vertrouwen uit waar je last van hebt. Velen zullen hier begrip voor hebben.
Blijf actief. Leer met de spanning om te gaan door zaken zoals naar de supermarkt te gaan zelf te blijven doen. Uiteindelijk zal de angst hierdoor gaan afnemen. Maar vermijd erge stress hierover.

Leer jezelf kennen via een dagboek

Weet je dat angst meestal na zo’n 60 tot 90 minuten vanzelf afneemt? Misschien geeft je dit moed om toch de dingen te doen die je nu eng vindt. Een belangrijk wapen om angst te lijf te gaan, is je gedachten over dingen veranderen. Kijk eens kritisch naar de reden van je angst. Is die wel reëel? Probeer ook om geruststellende gedachten op te roepen en toe te laten. Hou in een dagboekje bij wat er precies gebeurt op angstige momenten: Waar denk je aan? Waar ben je bang voor? Wat voel je? En hoe reageer je op dit alles? Want alleen al het durven kijken naar je angsten helpt om ze kleiner te maken. Schrijf ook op welke gedachten je kalmer maken. Lees alles wat je opgeschreven hebt nog eens rustig na op momenten dat je jezelf weer beter voelt.

Hulp. Hoe sneller hoe beter.

Gaan lichamelijke, geestelijke en emotionele klachten je functioneren in de weg staan? Loop er niet voor weg. Onderneem actie. Hoe eerder hoe beter. Bij Beterggz kun je deze week nog beginnen met het behandelen en daarmee het verbeteren van je klachten. Je wordt thuis behandeld door onze artsen, psychiaters en psychologen. Via een beveiligde videoverbinding. Op momenten dat het jou past of nodig is. Ook ’s avonds en in het weekend. Alles zonder wachtlijst of eigen bijdrage. Alles wordt vergoed. Beter toch?