ARFID staat voor: Avoidant Restrictive Food Intake Disorder. We noemen dit in het Nederlands ook wel Vermijdende Restrictieve Voedselinnamestoornis. Kenmerkend aan deze eetstoornis is dat je bepaald voedsel niet durft of wilt eten. Je kunt daarnaast ook bang zijn om te slikken of te stikken. Je eet ook te weinig. Dit gedrag leidt tot ondervoeding met alle gevolgen van dien. ARFID is een ernstige eetstoornis die vooral bij jonge kinderen voorkomt. Maar ook jongeren en volwassenen kunnen het ontwikkelen.
Als je niet eet omdat je ziek bent of omdat je dit op bepaalde momenten niet mag vanwege je cultuur of geloof, dan is dat natuurlijk geen ARFID. Evenmin heb je een eetstoornis als je te weinig eet, omdat er niet genoeg eten is. Nee, bij ARFID wil of durf je bepaald voedsel niet te eten. Dit kan komen door de geur, kleur, smaak, temperatuur of hoe het eten aanvoelt in je mond. Je kunt een overgevoelige mond hebben en bang zijn om te stikken. Bij ARFID eet je te weinig. Dit is niet omdat je - zoals bij anorexia of boulimia - bang bent voor overgewicht. Of omdat je ontevreden bent over je lichaam. Het kan namelijk best zijn dat je veel verschillende dingen eet, maar dan wel in een te kleine hoeveelheid. De reden dat je te weinig eet, schuilt meer in het gegeven dat je er geen plezier aan beleeft, dat eten je gewoonweg niet echt interesseert.
ARFID kun je herkennen aan de volgende verschijnselen:
- Je wilt of durft bepaald eten niet te eten.
- Je krijgt te weinig voedingsstoffen binnen en daarom val je af of groei je slecht. Hierdoor kan het zijn dat je voedingssupplementen of sondevoeding nodig hebt.
- ARFID komt vaak voor in combinatie met een angststoornis, autisme of ADHD, maar je kunt ook alleen ARFID hebben.
- Gebrek aan eetlust, geen interesse om te eten.
Dat is niet geheel duidelijk, maar wel bekend is dat opvoeding en persoonlijke eigenschappen er invloed op hebben. Zaken die van invloed kunnen zijn op het ontwikkelen van ARFID zijn:
- Traumatische ervaringen. Het kan zijn dat je je een keer heel erg verslikt hebt, of dat je dit bij een ander hebt gezien.
- Te vroeg geboren. Als je te vroeg geboren bent, een te laag geboortegewicht had en al vroeg een sondeslang nodig had.
ARFID is een ernstige ziekte die eigenlijk altijd behandeld moet worden om ervan te kunnen herstellen.
Welke gevolgen kan ARFID hebben?
Lichamelijke gevolgen:
- Je raakt ondervoed: je valt af, weegt te weinig voor je lengte en leeftijd en krijgt een groeiachterstand.
- Je bent erg moe.
- Je nagels scheuren makkelijk.
- Je haren vallen uit.
- Je botten worden broos.
Psychische gevolgen:
- Je kunt of durft niet samen met anderen te eten. Je raakt hierdoor geïsoleerd, waardoor je je somber en eenzaam gaat voelen.
Sociale gevolgen:
- Omdat eten vaak een belangrijk onderdeel is van sociale activiteiten, kun je minder samen met anderen doen. Dit bemoeilijkt het vinden of behouden van vrienden.
- Problemen met je ouders. (Dit geldt voor kinderen en jongeren).
- Mogelijke schaamte omdat je een voedingssonde hebt gekregen.
- Uithuisplaatsing. Als je ook autisme hebt, kan het door je eetstoornis moeilijk zijn om nog thuis te blijven wonen.
Herken je jezelf – of je kind - in het voorgaande? Neem contact op met je huisarts. Bij kinderen kan het lastig zijn om het verschil tussen ARFID en anorexia te zien. ARFID begint vaak op jongere leeftijd dan anorexia en komt ook vaker voor bij jongens. Kinderen met ARFID hebben vaak een overgevoelige mond of zijn bang om te stikken. Ze zijn niet ontevreden met hun lichaam en bang om in gewicht aan te komen, zoals bij anorexia of boulimia wel het geval is. Voor een goed beeld, kijkt de huisarts kijkt naar lengte, gewicht en bloeddruk. Daarnaast worden er vragen gesteld over zaken als:
- Wat is je eetpatroon en geef je ook over?
- Hoe denk je over jezelf en over je lichaam?
- Ben je aangekomen of afgevallen?
- Heb je groeiproblemen?
- Heb je lichamelijke klachten?
- Ben je moe of somber?
- Gebruik je medicijnen of voedingssupplementen?
Aanvullend kan er een bloedonderzoek gedaan worden. De huisarts kan ook doorverwijzen naar een kinderarts. Deze doet uitgebreider onderzoek om te kijken of er misschien sprake is van een voedselallergie of -intolerantie. De huisarts kan je doorverwijzen naar Beterggz. Je hoeft je daar echt niet voor te schamen, want problemen met eten komen veel vaker voor dan je wellicht denkt. En er eindelijk over durven praten met mensen die je goed kent en in vertrouwen kunt nemen, lucht op. Je staat er echt niet alleen voor en er zullen zeker mensen zijn die je willen steunen en helpen.
De behandeling van ARFID bestaat uit meerdere onderdelen, waaronder gedragstherapie. Hierin leer je stapsgewijs wennen aan eten dat je nu vermijdt. Denk je dat je bij het eten zal stikken, dan zal je geleerd worden om angstige gedachten te vervangen door passende en positieve gedachten. Komt de angst voort uit een traumatische ervaring? Dan is ook daar aandacht voor. Ben je ondervoed? Dan krijg je voedingssupplementen, nutridrink of sondevoeding voorgeschreven. Als je mond gek voelt, krijgt je eventueel hulp van een logopedist. Daarnaast kan een diëtist je veel leren over gezonde voeding. Alle deze onderdelen komen in een behandelplan te staan. Als je jong bent, worden je ouders of verzorgers bij de behandeling betrokken. Samenwerking bepaalt in belangrijke mate het behandelsucces. Jij bent samen met je behandelaar en (ouders of verzorgers) verantwoordelijk voor jouw behandeling. Ook kan het helpen om te praten met iemand die zelf ARFID heeft gehad. Een ervaringsdeskundige kan zich goed in jou inleven en je goede steun en tips geven.
Gaan lichamelijke, geestelijke en emotionele klachten je functioneren in de weg staan? Loop er niet voor weg. Onderneem actie. Hoe eerder hoe beter. Bij Beterggz kun je deze week nog beginnen met het behandelen en daarmee het verbeteren van je klachten. Je wordt thuis behandeld door onze artsen, psychiaters en psychologen. Via een beveiligde videoverbinding. Op momenten dat het jou past of nodig is. Ook ’s avonds en in het weekend. Alles zonder wachtlijst of eigen bijdrage. Alles wordt vergoed. Beter toch?